Hoe maak je een droogbloemenvenster? Deel 1: bloemen kiezen, zaaien en plukken

Afbeelding
Foto door Cynthia Slort

Een droogbloemen­venster maken is niet moeilijk, maar het vraagt wel geduld, gevoel voor compositie en kleur, en precisie. Ook zijn er verschillende technieken die je moet leren kennen. Ik neem jullie mee van begin tot eind! 

Het begint allemaal, zeg, in december/januari met het uitkiezen van de bloemen die je wilt gaan gebruiken. Heel veel bloemen zijn daar niet geschikt voor; omdat ze te groot zijn, teveel vocht bevatten en gaan rotten of heel snel hun kleur verliezen. Bloemen die geschikt zijn, zijn vaak fijne bloemen en bloemen met een houtachtige steel. Denk aan korenbloem, madeliefje, viooltje, hortensia, lathyrus. 

Misschien wil je wat eenjarigen zaaien. Natuurlijk kun je veel soorten kopen in het tuincentrum, maar uit duurzaamheids- of financiële overweging kun je beter uit zaad opkweken, of swappen natuurlijk (lees blog over Plantswapp). Kijk eens bij De Cruydthoeck of De Zaden voor biologische zaden en inheemse planten. Het is vooral een kwestie van experimenteren. Wat werkt wel en wat werkt niet. 

Goed, het is einde lente, begin zomer. Het zaad is ontkiemd, je hebt de babyplantjes kunnen behoeden voor regen, wind en slakken en de bloemen bloeien inmiddels. Wanneer pluk je ze? Ik wacht altijd heel lang met plukken, zodat de insekten eerst goed hebben kunnen eten en de bloem volledig in ontwikkeling is gekomen. Voor droogbloemen maakt het vaak niet zo uit als de bloemen wat gerafeld zijn. Ik pluk ook geen bloemen als er (nog) maar weinig van staan. Maar wacht ook niet te lang, want dan vallen de bloemen uit elkaar of krijgen bruine vlekken. 

Neem bij het plukken niet alleen bloemen mee. Het is leuk om ook enkele knoppen, wat bladeren, stengels en zaaddozen te gebruiken.

In de volgende blog beschrijf ik de stappen van drogen tot en met het schikken van de bloemen.