Alles wil bos worden. Verslag van mijn Rijksmuseumtuin-cursus (1)

Afbeelding
Vleugelnootboom

Afgelopen september ben ik begonnen met een exclusief hovenier-leertraject van een jaar in de tuin van het Rijksmuseum, Amsterdam. Exclusief, omdat ik er op moest solliciteren en er maar zeven plekken beschikbaar waren. Ik ben ontzettend blij dat ik ben toegelaten omdat in dit leertraject heel veel dingen samenkomen: biodiversiteit en natuur, (klimaatadaptief) tuinieren, erfgoed en esthetiek. Allemaal onderwerpen die me nauw aan het hart liggen. 

De cursusdagen zijn zo ingericht dat we ‘s ochtends theorie krijgen en ‘s middags in de tuin werken. Ja hoor: met een werkpakje aan tussen de toeristen die je werkelijk van alles vragen („Wat doen jullie?” „Wat is dat voor plant?”, „Waar kan ik een fiets huren?”). Tip: wist je dat de tuin van het Rijks voorjaar, zomer en najaar gratis toegankelijk is voor iedereen? 

Naast de lessen van onze twee vaste docenten krijgen we ook af een toe een gastdocent en gaan we regelmatig op excursie naar bijvoorbeeld kwekerijen of heemtuinen. Echt een fun-traject dus maar wel met een serieuze boodschap! De manier waarop we nu met de groene ruimte omgaan is niet meer okay. Tegeltuinen, schoffelen, (kunst)gras, insecticide en onkruidverdelgers zijn allemaal funest voor de biodiversiteit en verergeren de klimaatproblematiek. 

Onlangs kregen we les over successie. Successie is de natuurlijke ontwikkeling van een gebied als de mens niet ingrijpt er er geen andere ‘incidenten’ zijn.  Tuinieren is eigenlijk (in het beste geval) beredeneerd ingrijpen in de natuur. Want als je niets doet zal een grasveld, meertje of zandvlakte uiteindelijk uitgroeien tot een bos. De ideale natuurlijke omstandigheid met de hoogste biodiversiteit is een bos waarin zich kleine ‘incidenten’ voordoen, denk aan overstromingen, dode bomen, bosbranden. Dergelijke kortstondige situaties zorgen ervoor dat er tijdelijk nieuwe soorten komen. Pioniers worden deze genoemd. Deze planten kunnen goed tegen weer, wind, zout en zon, maar zullen uiteindelijk ook wijken voor bomen. In Nederland is te weinig ruimte om een dergelijke natuurlijke situatie te hebben en dus wordt alles strak beheerd. Als we pioniers of andere tijdelijke (vaak zeldzame) soorten willen dan moeten we ingrijpen en boomstekken verwijderen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij heidevelden. 

Dit is nu in een notendop wat successie inhoudt. Maar wij cursisten bleven zitten met de vraag: is het dan wel ethisch om te tuinieren als je het beschouwt als een interventie in de natuurlijke gang van zaken? Dat is maar hoe je er naar kijkt. Een tuin kan zoveel functies hebben. Het kan voedsel leveren, het kan mensen betrekken bij de natuur, kennis opleveren, het kan biodiversiteit dienen met inheemse (pioniers)planten, het kan mensen rust en voldoening bieden of als hobby fungeren. Tuinieren is als het ware spelen met successie.  Maar misschien moeten we het wel beschouwen als zo’n incident/interventie met tijdelijke soorten. Bewustwording van onze bescheiden rol in het geheel en de tijdelijkheid van ons bestaan. Maar nu worden we héél filosofisch en dus gaan we snel maar weer even terug naar de praktijk, haha. 

Volgende keer: bodemkunde!